Ga naar hoofdinhoud

Voeren na blauwtong, myiasis en rode lebmaagworm 

Foto: Henk Riswick

Blauwtong hield flink huis onder de schapen van Jorgen Munk. Dieren die het overleefden, verloren veel conditie. Die dieren weer laten herstellen is nog niet zo makkelijk. “Met alleen brok red je dat niet.”

Terwijl hij een ooi over de neus aait vraagt Munk: “Wil je het mooie verhaal of het eerlijke verhaal?” Het mooie verhaal is dat de Poll Dorset een fijn schapenras is met een goede vruchtbaarheid. Ooien lammeren makkelijk af en geven genoeg melk om hun nakomelingen flink te laten groeien. Het eerlijke verhaal is dat dit jaar van al dat moois weinig terecht kwam. “Myiasis, rode lebmaagworm en blauwtong”, somt de docent economie en rekenen de oorzaken op. “Het was een ramp.”

Problemen blauwtong onverwacht

De problemen kwamen onverwacht want de schapenhouder had zijn dieren tegen blauwtong laten vaccineren. Maar rond 15 juli zag hij er ineens een paar die moeilijk liepen. Ze hadden duidelijk pijn, vraten nog wel maar een stuk minder dan zou moeten. En dan die myiasis. “Daar heb ik normaal gesproken weinig last van. Als er al eens een schaap wordt aangetast, is dat altijd rondom de staart. Nu waren meerdere dieren de klos en de maden zaten op de flanken. Heel vreemd.” Rond dezelfde tijd sloeg ook de rode lebmaagworm toe. “Ik heb veel kleine weitjes en verweid daardoor veel. Dat houdt meteen de wormdruk laag. Voor de zekerheid bemonster ik elk jaar mest en als het nodig is, behandel ik. Waar deze opleving ineens vandaan kwam, geen idee. Misschien was het immuunsysteem verzwakt door blauwtong?”

Flink voor de kiezen

De besmetting zorgde in elk geval dat het aflammeren moeizaam ging. De Poll Dorset heeft geen seizoensgebonden bronst. Munk heeft daardoor twee aflammerrondes per jaar. Normaal gesproken geeft dat nauwelijks extra werk, het ras redt zichzelf. “Maar nu verliepen geboortes moeilijk, sommige lammeren bleven in het vlies zitten en waren minder vitaal. Ook waren er ooien met weinig of helemaal geen melk.”

Alles bij elkaar kregen de schapen het flink voor de kiezen. Tien dieren gingen dood, daardoor kromp Munks koppel in tot 22 ooien en vijf rammen. Die zijn nog altijd niet volledig hersteld, sommige zijn er ronduit zorgwekkend aan toe. Hun flanken zijn ingevallen, ruggengraat en ribben zijn te zien, door de wol heen voelen, is niet eens nodig. “Er zitten ooien tussen met een conditiescore van nog maar 2 of zelfs 1,5.” Hoe pakt hij het nu aan qua voer?

Lees het volledige artikel over Jorgen Munk in onze vaste rubriek ‘Zo voert…’ in vakblad Het Schaap van december 2024. Geen abonnement? Zie: https://www.hetschaap.nl/abonneren/  [Printabonnees hebben uiteraard ook toegang tot alle artikelen online!]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Haal nog meer uit je schapenhouderij. Meld je nu aan voor de gratis nieuwsbrief van Het Schaap!

Ontvang elke twee weken het laatste nieuws, praktische tips en achtergrondartikelen over gezondheid, voeding, fokkerij en veel meer. Sluit je aan bij de 6.000 schapenhouders die de nieuwsbrief al ontvangen. Mis niets meer!