Het Vlaamse DGZ meldt dat de rode lebmaagworm Haemonchus contortus dit jaar voor veel problemen zorgt. Bij bijna een derde van de autopsies is haemonchose de oorzaak van sterfte.
Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) merkt op dat de periode waarin deze maag-darmworm voorkomt de laatste jaren uitbreidt. Voorheen kwam haemonchose vooral voor vanaf juni tot september/oktober. Maar de laatste jaren is dat vanaf april tot laat in het najaar.
Als oorzaken van de toenemende problemen noemt DGZ meer resistentie tegen wormmiddelen, weidebesmettingen en weersomstandigheden. Wanneer schapen in het najaar op een sterk besmette weide hebben gegraasd, kunnen de opgenomen larven in rustfase gaan, waarna ze zich in het voorjaar ontwikkelen tot volwassen wormen die massaal vrijkomen en zo klinische symptomen veroorzaken en leiden tot een hoge infectiedruk op de weide.
DGZ adviseert de schapen regelmatig te controleren op bloedarmoede veroorzaakt door haemonchose. Dit kan het best door de slijmvliezen van het oog te bekijken. Witte slijmvliezen wijzen op ernstige bloedarmoede. Mestonderzoek kan de diagnose bevestigen.
Al eerder constateerde de Gezondheidsdienst voor Dieren dat de rode lebmaagworm hard toeslaat. Ook in Nederland neemt het aantal besmettingen toe.
Laden ...
