Nederland was vorig jaar vrij van scrapie. In 2012 is er geen enkele nieuwe scrapiebesmetting geweest. Dat is voor het eerst. Wel waren er vijf gevallen van a-typische scrapie.
Dit maakte Fred van Zijderveld gisteren bekend op een symposium van de NSFO over diergezondheid. Een van de inleidingen op dat symposium ging over a-typische scrapie, een ziektevorm waarvan wel wordt beweerd dat die toch kan voorkomen ondanks het scrapiefokprogramma dat Nederland enkele jaren heeft gevolgd. Dierenarts Reinard Everts van de NSFO publiceerde de resultaten van onderzoek naar het gen dat a-typische scrapie kan veroorzaken. Het blijkt bij geen van de bij de NSFO ingezonden bloedmonsters voor te komen.
Van Zijderveld, bezoeker van het symposium reageerde daarop door te zeggen dat in heel Nederland wel vijf gevallen van a-typische scrapie zijn gemeld in 2012.
Meteen liet hij weten dat er voor het eerst een jaar lang geen enkel geval van klassieke scrapie is voorgekomen. Dat is voor het eerst. Door het fokken op scrapieresistentie is het aantal ziektegevallen enorm afgenomen. In 2011 was er nog slechts één nieuwe melding.
Voor de start van het Nederlandse scrapiefokprogramma kwam scrapie op twee tot zes procent van de bedrijven voor.
Waren de schapen met a-typische scrapie, scrapievrij getest (ARR/ARR)?
Vreemd, geen scrapie in Nederland (althans vastgesteld) en toch zijn er 5 gevallen van atypische scrapie.
In 2011 waren er in Nederland 7 gevallen van atypische scrapie:
1 schaap met het arr/arr, 5 met het arr/xxx genotype en het overige schaap was geen drager van het arr allel.
EU-lidstaten: 13,9% arr/arr, 38,6% arr/xxx van het aantal atypische scrapie gevallen in 2011.
Er is een licht stijgende trend van het aantal gevallen. (2011: 1 op de 2000)
De impact van atypische scrapie is veel groter dan aanvankelijk werd aangenomen omdat besmettelijke scrapie prionen zich ook bevinden buiten het centraal zenuwstesel, nl. in het lymfoïd- en spierweefsel en dus verspreiding in de voedselketen niet is uit te sluiten. Bioassays, proeven met muizen, hebben deze besmetting aangetoond en bovendien nog eens bevestigd dat de huidige tests niet optimaal zijn. De diagnostische tests zijn gebaseerd op de biomerker resPrPsc het voor het protease enzym resistente niet afbreekbare deel van het abnormale prion eiwit, terwijl het protease gevoelige senPrPsc ook toxisch kan zijn.Onderzoek richt zich op het vinden van een geschikte biomerker, die wellicht ook de basis kan zijn van een betrouwbare ante-mortem test.
Bij arr/arr schapen zijn weer enkele nieuwe gevallen van klassieke scrapie vastgesteld.
Het vermoeden dat arr/arr schapen asymptomatische dragers, de incubatietijd is langer dan de levensduur van een schaap, van klassieke scrapie kunnen zijn, is in een recent onderzoek bevestigd
The oral secretion of infectious scrapie prions occurs in pré-clinical sheep with a range of PRNP genotypes.
Scrapie uitbannen met het huidige genetisch fokprogramma is een utopie.