Wetenschappers hebben op een Nederlands schapenbedrijf vastgesteld dat daar wormmiddelen uit alle vier de hoofdgroepen niet goed meer werken. Dat is voor het eerst in ons land.
Deze extreme multiresistentie kwam aan het licht tijdens onderzoek waaraan onder meer de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht meewerkte. Op 33 bedrijven, verspreid over het hele land, is gekeken welke wormmiddelen nog effectief zijn. Aanleiding is de groeiende resistentie bij maag-darmwormen tegen chemische middelen.
Uit de resultaten blijkt dat resistentie hard toeneemt. Op 80% van de onderzochte bedrijven werken middelen uit de groepen van benzimidazolen en ivermectines amper meer.
Resistentie tegen het populaire moxidectine is op 53% van de bedrijven vastgesteld. Dat nu op meer dan de helft van de schapenhouderijen deze resistentie voorkomt, toont dat die zeer rap uitbreidt. Nog maar vijf jaar geleden werd voor het eerst op een Nederlands bedrijf resistentie tegen moxidectine aangetoond.
Op 8% van de bedrijven blijkt het relatief nieuwe middel monepantel ook al niet meer te werken.
Alleen tegen levamisole is nog amper resistentie vastgesteld. Dat product is de afgelopen 20 jaar erg weinig gebruikt, wat meteen verklaart dat de wormen er nog weinig weerstand tegen hebben opgebouwd.
Nu is dus ook een bedrijf gevonden waar middelen uit alle groepen onvoldoende werkzaam zijn. Onbekend is of op meer bedrijven hetzelfde probleem speelt.
Laden ...
Geachte heer/ mevrouw,
In het artikel “Extreme resistentie vastgesteld” wordt er gesproken over een onderzoek op verschillende schapenbedrijven waar o.a de universiteit van Utrecht aan mee heeft gewerkt. Ik vroeg me af of de resultaten van het onderzoek dat voor dit artikel zijn gebruikt ook zijn gepubliceerd? Zo ja zou u mij dan een link naar dit rapport kunnen sturen? Ikzelf ben namelijk een studente aan de hogeschool en ik ben bezig met het opstellen van een onderzoek naar alternatieve geneesmiddelen tegen maag-darmwormen bij schapen en ben benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek naar resistentie.
Met vriendelijke groet,
Sanne Smit