De droogte van de zomermaanden kost de schapenhouders dit jaar 35 euro per ooi. Dat heeft Wageningen U&R uitgerekend op verzoek van het ministerie van Landbouw.
Het ministerie heeft Wageningen University and Research gevraagd een analyse te maken van de gevolgen van de droogte voor boereninkomens. Voor schapenbedrijven zijn die lastig te berekenen omdat van slechts weinig gespecialiseerde schapenbedrijven alle inkomsten en uitgaven bekend zijn. Wageningen U&R weet alleen het saldo per ooi en komt tot de conclusie dat dit saldo dit jaar naar verwachting 35 euro lager uitvalt, door de langdurige droogte. Het saldo zakt van ruim 80 euro naar zo’n 45 euro per ooi.
Die 35 euro is het bedrag dat schapenhouders moeten neertellen voor extra voerkosten. Het gras brengt door de droogte 25% minder op. De lammeren groeien ook minder hard maar blijkbaar wordt dat verlies gecompenseerd door betere opbrengstprijzen.
Of de financiële verliezen door de droogte daadwerkelijk zo uitpakken, is nog niet bekend.
De inkomstenderving voor boeren is voor het ministerie van Landbouw reden voor enkele maatregelen. Die hebben betrekking op vanggewassen en belastingberekeningen.