De blauwtonguitbraak heeft veel impact op veebedrijven in ons land. Het is belangrijk om meer kennis over het virus te krijgen en daar is Royal GD mee bezig. In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de sectorpartijen doen we onderzoek naar de mate van verspreiding van het blauwtongvirus in Nederland. Welk percentage schapen en runderen heeft al antistoffen tegen dit virus? Een blog van Nienke Snijders – dierenarts bij de GD.
De afgelopen maanden voerde GD in opdracht van het ministerie van LNV een blauwtongonderzoek uit. Er is geïnventariseerd naar de ziekteverschijnselen, het verloop van de ziekte is en de besmettingsgraad bij schapen, runderen en geiten. Het onderzoek startte begin oktober. Vijf bedrijven die aan het begin stonden van een uitbraak met blauwtong serotype 3 (BTV-3), zijn gedurende twaalf weken gevolgd. Aan het begin en het einde van de studie zijn steekproefsgewijs bloedmonsters van dieren van de deelnemende bedrijven onderzocht.
De resultaten laten zien dat er redelijk wat variatie in besmettingsgraad is aan het einde van de studie, bij zowel de schapen- als rundveekoppels. Desondanks ligt het percentage dieren met antistoffen bij de deelnemende schapenbedrijven tussen de 3 en 19 procent, wat relatief laag ligt. Dit betekent dat binnen deze koppels nog veel schapen niet beschermd zijn tegen een infectie met blauwtong. Op de deelnemende schapenbedrijven bleek het sterftepercentage van schapen die blauwtong kregen met 75 procent hoog te zijn. De vraagstelling die leeft op dit moment is hoe deze percentages op schapenbedrijven gelegen in andere delen van Nederland uit zullen vallen.
![Nienke Snijders-van de Burgwal (Royal GD).](https://www.hetschaap.nl/wp-content/uploads/2023/11/Nienke-Snijders.jpg)
Vooruitkijken landelijke prevalentie onderzoek
Het ministerie LNV en sectorpartijen hebben GD gevraagd de besmettingsgraad in andere Nederlandse regio’s is bij schapen en runderen te onderzoeken. Dieren die antistoffen hebben, zijn mogelijk beschermd tegen een nieuwe uitbraak met BTV-3. Op het moment wordt door farmaceuten gewerkt aan het ontwikkelen van vaccins tegen BTV-3 en afgelopen week is bekend geworden dat er een vaccin vanaf begin mei beschikbaar komt. Meer inzicht in het percentage runderen en schapen dat antistoffen tegen BTV-3 heeft, kan bijdragen aan het optimaal inzetten van vaccins in het geval dat er niet direct voldoende vaccin beschikbaar is.
Om op korte termijn meer zicht te krijgen, zijn in twintig regio’s verspreid over Nederland schapen- en rundveehouders benaderd om deel te nemen aan dit prevalentie onderzoek. Hiervoor worden bij schapen al ingestuurde bloedmonsters voor zwoegerziekte-onderzoek of de monitoring op Brucella melitensis gebruikt om antistoffen tegen blauwtongvirus te bepalen. GD zoekt in elke regio 25 schapenhouders die deel willen nemen. Zij worden geïnformeerd en krijgen de keuze om de uitslag van hun eigen bedrijf te ontvangen. Voor het onderzoek worden alle gegevens anoniem verwerkt. De resultaten zijn niet te herleiden naar individuele bedrijven.
Verwerpers bij kleine herkauwers
Ondertussen hebben de meeste schapenhouders het aflamseizoen achter de rug. We hebben gekeken naar de inzendingen voor pathologisch onderzoek van verworpen vruchten en naar de vraag welke kiemen een rol spelen.
Net als in het begin van de aflamperiode is bij pathologisch onderzoek in zo’n twee-derde van de inzendingen een besmettelijke oorzaak voor verwerpen gevonden. Begin 2024 is eenmalig het blauwtongvirus aangetoond in een verworpen vrucht. Dit heeft bevestigd dat ook bij kleine herkauwers BTV-3 de ongeboren vrucht kan infecteren. In voor pathologisch onderzoek aangeboden lammeren met aangeboren afwijkingen is BTV-3 niet aangetoond.
Voor meer informatie over het blauwtong prevalentie onderzoek vindt u op gddiergezondheid.nl/blauwtong
Lees ook deze artikelen van GD-dierenartsen: